Veel gestelde vragen en antwoorden over waterinfiltrerende verharding

Tijdens de bijeenkomst op 5 juli 2024 van de community of practise werd er gesproken over de veelvoorkomende vragen die er leven als het gaat om waterinfiltrerende verharding. Aan de deelnemers is een aantal vragen voorgelegd en hun antwoorden zijn in dit artikel samengevat weergegeven. We publiceren dit omdat we verwachten dat deze vragen vaker worden gesteld en het daarom handig kan zijn om al een idee te hebben van de antwoorden. Het zijn dus geen met onderzoeksresultaten onderbouwde antwoorden, maar ervaringen en ideeën van mensen die vaak werken met waterinfiltrerende verhardingen.

Hoeveel kost de aanleg van waterinfiltrerende verharding?

In hoeveelheid materiaal en handelingen zit er in de basis weinig verschil tussen reguliere verharding en waterinfiltrerende verharding. Je zou dus verwachten dat de kosten ook niet veel afwijken, misschien een kleine plus omdat er meer innovatieve materialen worden gebruikt en er soms iets meer tijd zit in het plaatsen/leggen. Zodra je ‘extra’ dingen gaat doen nemen de kosten toe. Dat zit vooral in de funderingsopbouw, waar je bij de aanleg van infiltrerende verharding meer aandacht aan moet geven en duurdere materialen voor moet gebruiken. Een ruwe inschatting van de extra kosten is tot zo’n 25%.

In het onderhoud ben je ook meer kwijt, omdat er hogere reinigingskosten zijn en de voegen vaker moeten worden aangevuld. Een ruwe schatting is dat de onderhoudskosten ongeveer 50% hoger liggen. Dit is een hoog percentage, maar de totale onderhoudskosten zijn laag ten opzichte van de aanlegkosten. Het is dus niet zo’n hoog bedrag.

Hoe lang gaat waterinfiltrerende verharding mee?

Hier moet je onderscheid maken tussen de levensduur van het wegdek en de levensduur van de infiltrerende voorziening. De verwachting is dat gemiddeld genomen de levensduur van het wegdek hoger ligt dan dat van de infiltrerende voorziening. Daarom is het belangrijk dat er een alternatief systeem is voor als de infiltrerende voorziening niet meer werkt.

Voor het inschatten van de levensduur is het belangrijk dat de waterinfiltrerende verharding op een passende plek ligt, met bijvoorbeeld niet teveel zwaar verkeer. En dat er een goed ontwerp is gemaakt en dat alles goed is aangelegd. Goed onderhoud is ook belangrijk. De levensduur is vervolgens een soort gemiddelde van de locaties die hieraan voldoen. Dan is de inschatting dat de infiltratiecapaciteit zo’n 20 jaar meegaat en het wegdek zo’n 30-40 jaar mee kan gaan.

Hoe zorg je voor samenhang binnen de gemeente?

Het is soms lastig om te zorgen voor de introductie van meer infiltrerende voorzieningen binnen een gemeente. Er zijn vaak voor- en tegenstanders, er bestaan verschillende beelden bij wat het betekent en als je ermee start is er nog heel veel niet geregeld. De goede ervaringen die men heeft zitten in:

  • Betrek iedereen die een rol speelt. Bijvoorbeeld door de beheerders al bij het ontwerp te betrekken, zo kan de beheerkennis worden meegenomen en wordt het makkelijker om de infiltratievoorziening goed te beheren.
  • Werk aan een samenhangend plan. In coalitieakkoorden, visies en beleidsplannen wordt globaal beschreven wat er gaat gebeuren, dit wordt uitgewerkt in meer concrete plannen en vindt uiteindelijk zijn plek in projecten. Dit moet op elkaar aansluiten.
  • Blijf enthousiast. Door naar buiten te gaan en samen te kijken hoe iets werkt, werkt het beste en kan je je collega’s ook enthousiast maken.

 

Hoeveel afstand is er nodig tussen waterinfiltrerende verharding en een groenstrook?

Uitspoeling van een groenstrook kan zorgen voor vervuiling van waterinfiltrerende verharding. Daarom wordt soms geadviseerd om een bepaalde afstand aan te houden tussen de groenstrook en de waterinfiltrerende verharding. In de praktijk blijkt men hier pragmatisch mee om te gaan. Uitspoeling wordt vooral verwacht van beperkte begroeide groenstroken, maar als er gras groeit of groenblijvende-struiken staan zal dit meevallen. Ook maakt het uit waar het heenspoelt: bij een goot aan de zijkant en waterinfiltrerende verharding in de rijbaan worden ook weinig problemen verwacht.

Een aandachtspunt is de bodemdichtheid. Vooral bij bomen geeft de groeiplaats minder stevigheid aan het wegdek. Als er dan waterinfiltrerende verharding tot aan de groeiplaats wordt gelegd, loop je een risico dat het daar verzakt.

Is het een probleem om hemelwater te infiltreren bij bomen?

Veel boomsoorten kunnen problemen ondervinden als de bodem te vochtig wordt. Sommige ook niet. Verschillende COP-leden vertellen dat ze een methode hebben om te signaleren dat er mogelijk een probleem is (bijvoorbeeld dat de grondwaterstand bij de beoogde infiltratie-locatie minder dan 1 meter onder maaiveld is) en er vervolgens met een bomenexpert wordt overlegd of de bomen kwetsbaar zijn.

Wanneer worden straten te intensief gebruik voor infiltratieverharding?

Er wordt vaak over gesproken dat infiltratieverharding alleen kan worden toegepast als er geen intensief gebruik is. Maar wat is dan die grens? Die grens blijkt niet heel helder te zijn. Over rustige woonstraten is iedereen het eens dat het goed kan. En over drukke wijkontsluitingswegen dat het niet kan. De rest zit er tussenin en moet daarom per geval worden beoordeeld. En het is dan ook geen kwestie van ‘mogelijk’ of ‘onmogelijk’: vaak kunnen er aanpassingen worden gedaan om mogelijke risico’s te vermijden.

Parkeervakken worden vaak intensief gebruikt; niet door veel voertuigbewegingen, maar wel doordat ze langdurig worden bezet. Wat geldt dan als ‘intensief’ en ‘extensief’? Met waterinfiltrerende verharding in parkeervakken is de ervaring dat onderhoud lastig is en dat ze kunnen vervuilen. Het  onderscheid tussen intensief en extensief wordt niet zo ervaren, omdat de ervaren problemen hiermee niet worden voorkomen.

Moet je wel of niet geotextiel toepassen?

Over geotextiel gaan heel verschillende beelden rond: van nuttig om toe te passen tot het slibt makkelijk dicht. Er wordt algemeen gedeeld dat je het alleen moet gebruiken als het echt nodig is. En dat kan bijvoorbeeld zo zijn als je vermenging verwacht.

Moet je infiltratievoorzieningen zoveel mogelijk standaardiseren? En zo ja, hoe doe je dat?

Meerdere gemeenten hebben in hun handboek of leidraad voor de openbare ruimte al beschreven hoe infiltratievoorzieningen eruit moeten zien. Dit geeft de standaard mee die in de praktijk zoveel mogelijk moet worden ingevuld. Ervaring is dat je ook ruimte moet geven om ervan af te wijken, omdat het niet altijd lukt om het precies op die manier aan te leggen.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *